Slaaptips voor je baby
Wanneer slaapt een baby door?
Een van de meest gestelde vragen die ouders horen is “slaapt hij al door?”. Een zoete baby slaapt de nachten door, en een lastige baby houdt de ouders wakker. Daarmee wordt de indruk gewekt dat doorslapen iets is wat een baby zo snel mogelijk onder de knie moet krijgen. Biologisch gezien is dat helemaal niet zo logisch. Als een baby geboren wordt heeft hij 9 maanden lang 24 uur per dag continue voeding en zuurstof gekregen. Na de geboorte moet hij zelf ineens zorgen dat er voldoende voeding binnenkomt. Daarom komen de meeste baby’s in de eerste paar weken minimaal 8-12 keer voor een voeding. Dag en nacht… En dat is soms best pittig voor ouders die gewend waren om een hele nacht ongestoord te slapen.
Voor een kleine baby zijn deze nachtvoedingen nog erg belangrijk. Door regelmatig wakker te worden zorgen ze er zelf voor dat hun bloedsuikerspiegel niet te veel daalt, en dat ze voldoende voeding binnenkrijgen om te groeien. Voor de borstvoeding zijn de nachtelijke voedingen juist heel gunstig. De borstvoedingshormonen zijn in de nacht en vroege ochtend hoger dan overdag, en de melkproductie van moeder blijft hierdoor goed op peil. Op een veel instinctiever niveau zorgen de nachtvoedingen ervoor dat moeder nooit te ver weg kan zijn - een baby voelt zich hierdoor veilig. Dit veilige gevoel heeft baby later nodig om zichzelf weer in slaap te kunnen sussen, om te leren om het zelf te gaan doen.
Hoeveel slaapt een baby na 3 maanden
Uit onderzoek naar normaal slaapgedrag blijkt dat de meeste baby’s rond de drie maanden wat langere periodes door beginnen te slapen, en een nachtvoeding beginnen over te slaan. Rond de vijfde maand slaapt ongeveer de helft van de baby’s regelmatig een periode van 8 uur achter elkaar. Dat betekent dus ook dat de helft dat nog niet doet! Wist je trouwens dat in de meeste onderzoeken “doorslapen” gedefinieerd is als “langer dan 5 uur onafgebroken slaap”?
Zelfs volwassenen zijn ’s nachts vaak nog wel een paar keer wakker. Je draait je om en slaapt weer verder, of je gaat even naar het toilet of neemt een slokje water. Het gebeurt maar zelden dat volwassenen zelf een hele nacht zonder onderbrekingen slapen, alleen hebben ze niet een ander nodig om weer in slaap te komen.
Als je baby dus nog niet doorslaapt betekent dat niet dat je als ouders iets verkeerd doet. Dat je baby een “slaapprobleem heeft”. Tja, als iedereen je telkens vraagt of je baby al doorslaapt, kun je wel dat gevoel krijgen.
Wat kun je doen om je baby te helpen wat langere periodes te slapen?
- Houd je baby dicht bij je. De tijden dat baby’s op hun eigen kamertje moesten slapen zijn wel voorbij. Gelukkig mogen ze lekker dicht bij papa en mama slapen. Er zijn tegenwoordig mooie co-sleeper bedjes op de markt, waarbij de baby veilig in zijn eigen bedje kan liggen, en tegelijkertijd binnen handbereik van moeder (soms is een hand bij baby al genoeg om verder te kunnen slapen.
- Maak de nachtvoedingen zo makkelijk mogelijk – probeer bijvoorbeeld liggend te voeden, zodat je tijdens de voeding ontspannen kunt liggen. Zorg hierbij wel voor een veilige slaapomgeving! Voor de partner kan hier ook een rol zijn weggelegd, bijvoorbeeld baby verschonen, en weer in slaap wiegen na een voeding.
- Zorg dat je baby het verschil leert tussen dag en nacht – overdag gebeurt er meer om baby heen, en is het licht, en in de nacht blijft het (bijna donker) en worden er geen liedjes meer gezongen, boekjes voorgelezen, en gesprekken gevoerd. Gebruik een gedempt lampje om baby te verschonen en bij het voeden.
- Als je de nachten in gaat met het idee dat je baby vast wel wakker gaat worden, is het makkelijker om dit te accepteren dan wanneer je de hoop hebt dat hij een nacht door gaat slapen. Door je eigen verwachtingspatroon aan te passen aan wat normaal is voor een baby, is het makkelijker te accepteren dat je voorlopig niet de hele nacht ongestoord kunt doorslapen.
- Inbakeren: na de kraamweek kun je kijken of je kindje beter slaapt als hij is ingebakerd. Let wel op dat je je kindje veilig inbakert!
- Baby’s die overdag goed slapen, slapen ’s nachts ook beter! Zo kun je bijvoorbeeld je kindje overdag je kindje heerlijk in de draagdoek bij je laten slapen.
- Laat je baby liever niet huilen - dit voelt heel onveilig voor je baby, en kan een veilige hechting in de weg staan.
- Probeer elkaar af en toe te ontlasten door om de beurt af en toe een nachtje voor je rekening te nemen. Na 1 betere nacht knap je vaak al erg op
- Nachtvoedingen hebben ook voordelen – doordat baby vaker drinkt en er weinig onderbrekingen zijn, blijft bij een moeder die borstvoeding geeft de menstruatie langer uit
- Kijk niet te veel op de klok – vanaf het moment dat je kindje goed groeit, en langer tussen de voedingen mag laten, kun je beter niet te veel op de klok kijken. Ouders die niet bijhouden hoe vaak baby die nacht wakker is geweest, hebben vaak minder last van de onderbrekingen
- Hou er rekening mee dat goed gehechte baby’s soms “mama-honger” hebben als mama overdag niet in de buurt is, maar ‘s nachts wel. Ze kunnen dan ineens weer vaker voor voeding gaan komen – misschien is het niet alleen de voeding die ze nodig hebben, maar vooral de nabijheid. Zorg dan in de avond voor een goed knuffelmoment, zodat je baby weer even kan voldoen aan deze behoefte.
- Oudere baby’s hechten erg aan vaste rituelen. Je kunt bijvoorbeeld de laatste voeding geven, dan een kort verhaaltje voorlezen, alle teentjes en vingertjes tellen, gordijntjes dicht, lampje uit, en dan in bed stoppen. Als je elke avond met een vast ritueel de nacht in gaat, voelt je baby zich veilig. Als je baby het basisvertrouwen heeft dat je er altijd voor hem bent, zal hij makkelijker leren om zelf weer in slaap te vallen als hij een keertje wakker wordt. Bij een oudere baby kun je ook een knuffeltje of een vertrouwd dekentje gaan introduceren.
- Zorg dat de temperatuur in de babykamer goed is. Een baby heeft het warm genoeg als zijn voeten of nek aangenaam aanvoelen. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen 16°C -18°C is.
- Vanaf een maand of zes kunnen ouders die last hebben van de vele slaaponderbrekingen overwegen om een slaapcoach te benaderen. Zoek wel naar iemand die je niet dwingt om dingen te doen waar je niet achter staat, en die je laat luisteren naar je hart. Gezond slaapgedrag is aan te leren, maar moet niet ten koste gaan van veilige hechting. Een goede slaapcoach zal je niet dwingen om je baby te laten huilen.
- Bedenk hoe je gaat reageren als mensen voor de zoveelste keer vragen of je baby al doorslaapt. We verwachten van een baby van 3 maanden ook niet dat hij al kan lopen toch? De meeste mensen bedoelen het goed. Als iemand je echt wil helpen, vraag dan of ze overdag even een uurtje met baby gaan wandelen, zodat je even een dutje kunt doen.
Natuurlijk horen we allemaal over die ene baby die wél de hele nacht doorslaapt. De realiteit is dat dit echt de uitzonderingen zijn, en dat die ouders echt heel veel mazzel hebben. Als je je eenzaam voelt bij de nachtelijke voedingsmomenten is het goed om je te bedenken dat er op datzelfde moment over de hele wereld miljoenen baby’s zijn die hun ouders wakker houden. Misschien wonen ze dichterbij dan je denkt. En voor je het weet lig je tot diep in de nacht wakker omdat je wacht tot je tiener thuis komt!
Bron: www.isisonline.org.uk
Oktober 2018